| inleiding |
| het eerste programma |
| commentaar |
| constanten |
| repeat |
| variabelen |
| while |
| if-else |
| random |
| sensoren |
| nxt display |
| nxt knoppen |
| sub taken |
| meedere taken |
in dit programma laten we het autotje een rondje rijden die steeds groter woord.
int draai_snelheid;
task main()
{
draai_snelheid = 0;
repeat(20)
{
OnFwd(OUT_B,100);
OnFwd(OUT_C,draai_snelheid);
Wait(3000);
Off(OUT_BC);
draai_snelheid += 5;
}
}
een variabele is een getal waar mee je door het hele programma kan rekenen, we maken een variabele aan met int(integer), deze zet je nog voor de task, hier achter zet je de naam, deze mag je zelf verzinnen, hij mag letters en daarna ook cijfers of een streep bevaten. je kan meerdere variabelen op een regel neer zeten: int variabele1,variabele2. hierna zet je een ;. we heben de variabele nu gemaakt. nu gaan we een beginwaarde geven, als je dit niet doet is hij standaard 0. dan gaan we hem gebruiken, in ons programma staat in plaats van de motor snelheid onze variabele, de snelheid is dus de waarde van de variabele, ietsje verder in het programma zien we dat er 5 bij komt, dit woord 20 keer herhaald dus aan het einde van dit programma is hij 100 en rijd het autotje gewoon rechtdoor. er kunnen maximaal 32 variabelen in 1 programma gebuikt woorden, dit is meestal meer dan genoeg.
naast iets bij een variabele op de tellen kunnen we nog veel meer
varaibele = 10 //variabele is 10
variabele += 10 //10 bij variabele optellen
variabele -= 10 //10 van variabele aftrekken
variabele *=10 //variabele keer 10
variabele /=10 //variabele delen door 10
variabele1 = variabele2 //variabele 1 krijgt de zelfde waarde als variabele 2
variabele = 10 + 10 // variabele is 10 keer 10(20)
variabele1 = variabele2 + 10 // variabele 1 is variabele 2 plus 10